Afweer
Lichaamsvreemde stoffen of antigenen zijn stoffen die niet in je lichaam thuis hoort. Je lichaam beschermt je tegen dat soort stoffen. Dat kan door bijvoorbeeld bij infecties, bloedtransfusies en bij orgaantransplantaties. Als je een infectie hebt dan dringen de ziekteverwekkers je lichaam binnen. Die ziekteverwekkers kunnen veel verschillende dingen zijn. Het kunnen bacteriën, virussen, schimmels of zelfs dieren zijn. Een voorbeeld wat wordt veroorzaakt door schimmels is voetschimmel en kalknagels. Er zijn schimmelinfecties die vaak voorkomen, dat zijn bijvoorbeeld: voetschimmel en kalknagels. Een andere naam voor voetschimmel is zwemmerseczeem. Je kunt deze schimmel gemakkelijk oplopen in zwembaden en in douches van campings en gymzalen. Kalknagels ontstaan meestal doordat een schimmelinfectie van de huid overslaat op de nagelplaat. Dit kun je bestrijden met medicijnen. Meestal ben je goed beschermd tegen ziekteverwekker. Door de opperhuid gaan ziekteverwekkers niet snel naar binnen. Je hebt een laagje talg op je huid die ervoor dat aantasting van de opperhuid door ziekteverwekkers worden tegen gehouden. Soms komen er toch ziekteverwekkers in je lichaam binnen. Die ziekteverwekkers geven giftige stoffen af waardoor je ziek kan worden. Je lichaam gaat daarop reageren om het te verhelpen. Je lichaamstemperatuur kan stijgen, je hebt dan koorts. Door die hoge lichaamstemperatuur kan de ziekteverwekkers bestrijden. Met medicijnen kun je die afweer versterken, zoals antibiotica die doden de bacteriën. Antibiotica werkt niet tegen infecties door virussen. Aan teveel antibiotica kan het zijn dat je daar resistent tegen word. Als dat gebeurt, kan het zijn dat je een simpele infectie niet meer kunt bestrijden. Je hebt witte bloedcellen in je lichaam, die witte bloedcellen maken bacteriën en andere ziekteverwekkers onschadelijk door ze in te sluiten. Sommige witte bloedcellen reageren op ziekte verwekkers door antistoffen te maken. Als er een ziekteverwekker je lichaam binnendringt word dat herkend door je lichaam als lichaamsvreemde stof waardoor er witte bloedcellen een antistof aanmaken met antigenen. De ziekteverwekker wordt bedekt met die antistoffen waardoor de ziekteverwekker onschadelijk word gemaakt. Het duurt meestal een tijdje voordat de witte bloedcellen voldoende antistoffen hebben aangemaakt tegen de ziekteverwekker. Daardoor ben je vaak eerst even ziek en word je na een tijdje weer beter als er genoeg antistoffen zijn aangemaakt. Elk verschillende ziekteverwekker bevatten ook verschillende antigenen. Een type antistof kan zich maar aan een type antigeen hechten. Daarom moet je lichaam heel veel verschillende antistoffen aanmaken om een ziekteverwekker te bestrijden.

Maak jouw eigen website met JouwWeb