Bloedgroepen
Mensen hebben allemaal een bepaalde bloedgroep. Dat kan bijvoorbeeld bloedgroep A zijn of bloedgroep B. Je hebt meer verschillende bloedgroepen. Je moet je eigenbloedgroep weten voor de bloedtransfusie want je kunt geen andere bloedgroep transporteren naar je lichaam. Want op de celmembranen van rode bloedcellen kunnen stoffen voorkomen die als lichaamsvreemde stoffen werken voor iemand die deze stoffen niet heeft. Die stoffen worden bloedfactoren genoemd. De meest voorkomende bloedgroepen zijn bloedgroep A en bloedgroep B. Je hebt bloedgroep A als je bloedfactor A is. Het zelfde geld voor bloedgroep B en AB, je hebt bloedgroep B als je bloedfactor B is. En je hebt bloedgroep AB als je bloedfactor A en B is. Het kan ook zijn dat je geen van beide hebt, dan heb je bloedgroep 0 (nul). Er zitten antistoffen op het bloedplasma wat tegen de bloedfactoren zijn die niet op de bloedcellen voorkomen. Als je bijvoorbeeld Bloedgroep A hebt, heb je bloedfactor A en anti-B stoffen. Bij bloedgroep AB zijn er geen antistoffen en bij bloedgroep 0 zijn er juist anti-A en anti-B stoffen.

Maak jouw eigen website met JouwWeb